Ga naar de inhoud
Longread4 oktober 2025

Blog: Zijn we de Dutch diamond kwijtgeraakt?

Al decennialang wordt Nederlandse expertise op het gebied van voedsel en landbouw wereldwijd geëxporteerd. Maar verliest het model dat dit mogelijk maakte – de Dutch Diamond – zijn glans?

Jaren van ontwikkelingssamenwerking hebben veel scepsis opgeleverd over de effectiviteit van uiteenlopende werkwijzen. Toch zijn we in Nederland overtuigd van één model dat onmiskenbaar tastbare en duurzame resultaten heeft geleverd. Deze aanpak, gedoopt tot de Dutch Diamond en gepromoot met een vuur dat normaal is voorbehouden aan campagnes uit het bedrijfsleven, heeft wereldwijd faam verworven.

Alleen al door de naam kun je je er iets bij voorstellen: samenwerking tussen de publieke en private sector, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen. Maar hoe zulke samenwerking effectief bijdraagt aan publieke doelen zoals voedselzekerheid of biodiversiteit, blijft voor velen vaak mysterieus. En wat gebeurt er met de Dutch Diamond als een of twee belangrijke partijen niet mee kunnen doen? Laten we onderzoeken wat de Dutch Diamond doet schitteren – en waarom die glans dreigt te vervagen.

Informatief plaatje over de 'Dutch Diamond Approach'

De oorsprong van de Dutch Diamond

Het idee van de Dutch Diamond vindt zijn oorsprong in de traditionele Nederlandse vorm van samenwerking, het Landbouwschap, dat na de Tweede Wereldoorlog werd opgericht. Producenten en werknemers in de landbouw werkten daar samen met de overheid, boerenorganisaties, landbouwbanken, agro-industriële bedrijven en kennisinstellingen om gunstige voorwaarden te creëren voor landbouwgroei en plattelandsontwikkeling.

De aanpak was losjes geïnspireerd op het Diamond-model van Michael Porter, dat werd gebruikt om comparatieve voordelen in internationale handel vast te stellen. De toenmalige minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Agnes van Ardenne, introduceerde het idee in 2004 als pijler voor toekomstige internationale samenwerking op het gebied van voedsel, water en landbouw. De kern van de Diamond-aanpak is het open delen van informatie tussen alle betrokken partijen, om zo risico’s te verkleinen en onderling vertrouwen te versterken.

De ingrediënten voor succes en falen

De Dutch Diamond heeft bijgedragen aan publieke doelen zoals voedselzekerheid en klimaatslimme landbouw, zowel in Nederland als daarbuiten. Ze is met succes toegepast voor betere toegang tot verbeterd zaad, versterking van waardeketens in tuinbouw en bloementeelt, en vermindering van oogstverliezen bij bederfelijke producten.

Minder effectief was de aanpak in contexten waar grote ongelijkheid tussen partners bestaat en de deelname ongelijk verdeeld is. In de huidige hervormingen van de Nederlandse landbouw is de dialoog tussen boeren, agro-industrie, natuurorganisaties en de overheid ernstig verstoord door tekortkomingen in het bestuurlijk regime. De Dutch Diamond werkt goed bij de interne organisatie van landbouw tussen gelijkwaardige partijen, maar loopt tegen grote beperkingen aan wanneer structurele transformaties nodig zijn in complexe voedselsystemen met ongelijkwaardige actoren.

Zijn we de Dutch Diamond kwijtgeraakt?

De afgelopen jaren is de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking steeds meer verschoven naar de integratie van hulp- en handelsprogramma’s. Dit was met name succesvol in de voedsel- en landbouwsector, die al sterk op export gericht was en kon bouwen op een lange traditie van publiek-private samenwerking en intensieve interactie met maatschappelijke en kennisorganisaties.

Geleidelijk kreeg het handelsperspectief echter de overhand en stroomde een groeiend deel van de subsidies direct naar bedrijven. Een groot deel van het beschikbare budget werd ingezet voor internationale handel in grondstoffen, terwijl slechts een klein deel gericht was op voedselproductie voor lokale markten.

Diverse evaluaties uitten zorgen over de gevolgen van de Aid and Trade-agenda voor lokale producenten en constateerden een beperkte impact op voedsel- en voedingsdoelen. De meeste inspanningen concentreerden zich op gevestigde waardeketens in middeninkomenslanden, met slechts beperkte meerwaarde. Ondertussen leidde bezuiniging op publieke middelen voor ngo’s en kennisinstellingen tot minder deelname van deze partijen. Zo veranderde de Dutch Diamond van een veelstemmig model in een vorm van louter business-to-business-samenwerking.

Vooruitblik

Het oorspronkelijke concept van de Dutch Diamond was gebaseerd op horizontale samenwerking en collectieve actie door een breed scala aan partners. Tegenwoordig verschuift de praktijk echter naar meer lineaire business-to-businessrelaties die enkel directe ondernemersdoelen nastreven.

Daardoor gaat de synergie verloren tussen diverse actoren die soms zelfs tegengestelde belangen hebben. De meeste programma’s zijn gericht op de bevordering van sectorale belangen, zonder rekening te houden met bredere publieke doelen.

Wil de Dutch Diamond opnieuw schitteren, dan zijn garanties nodig voor brede deelname van niet op winst gerichte actoren, en moeten partners uit het Zuiden de regie krijgen over de selectie en uitvoering van gezamenlijke voedsel- en landbouwprogramma’s. Alleen dan kan de Dutch Diamond blijven bijdragen aan duurzame en inclusieve voedselsystemen.

Heeft u vragen over de Dutch Diamond? Neem contact op met onze experts:

Ontdek meer

Follow Wageningen University & Research on social media

Stay up-to-date and learn more through our social channels.