Ga naar de inhoud
Longread24 september 2025

De jacht is diep geworteld in ons landschap

vijf edelherten in een bos- en heidelandschap
dr. EJ (Eugenie) van Heijgen, MSc MA
Docent / Promovendus

Van de Veluwe tot de duinen: wat wij natuur noemen, is vaak eeuwenlang gevormd door de jacht. Eugenie van Heijgen, onderzoeker bij Wageningen University & Research, laat in haar proefschrift zien hoe bepalend deze jachtlandschappen zijn voor onze kijk op de natuur. ‘Typische jachtdieren zien we ook als ecosysteembouwers.’

De begrippen ‘natuur’ en ‘jacht’ vormen voor veel mensen een tegenstelling. De jacht roept soms heftige emoties op en jaarlijks luidt er kritiek op het jagen door de Koninklijke familie. ‘Negatieve associaties over “plezierjacht” voeden vaak de discussie over de jacht’, zegt Eugenie van Heijgen, die dit voorjaar promoveerde bij de leerstoelgroepen Culturele Geografie en Bos- en Natuurbeleid. ‘Dit gaat samen met de gedachte dat jacht helemaal niet thuishoort in natuurlijke landschappen.’ In haar proefschrift zet zij deze beide ideeën in een ander daglicht door het begrip jachtlandschap te introduceren. ‘Wat we in Nederland natuur noemen, zoals de Veluwe en de dieren die er leven, is grotendeels gevormd door de jacht van vroeger en nu.’

Hoe veel Nederlanders over de jacht denken, komt voort uit de plaats van jacht in de geschiedenis. ‘Sinds de Middeleeuwen is een gebied als de Veluwe ontworpen als jachtgebied voor de elite. Zij hadden het recht om te jagen en beschermden het wild tegen stroperij door het gewone volk. Het idee dat ook tegenwoordig welgestelde, witte mannen jagen voor hun plezier, roept weerstand op’, zegt Van Heijgen. Die wordt nog eens versterkt door jacht in buitenlandse natuurparken, waar de koloniale context meespeelt. Vooral rijke Westerlingen komen daar voor veel geld jagen.

De eeuwenoude jachttraditie is sinds de Middeleeuwen volop zichtbaar geworden in de Gelderse bossen. Zo zijn er jagershuizen gebouwd, speciale wegen aangelegd en hekken geplaatst rond sommige gebieden. Daarnaast ontstonden er in de loop van de tijd allerlei wettelijke constructies zodat de adel ervan verzekerd was dat zij kon jagen. Herten en zwijnen genoten een vorm van bescherming en de gebieden waar zij voorkwamen werden beheerd.

Vanaf de 17e eeuw kochten Nederlandse stadhouders grote stukken land die zij gingen beheren voor de jacht. Later volgden rijke industriëlen en de Koninklijke familie hun voorbeeld. Ook nu worden de aantallen wilde dieren intensief beheerd. De populatie wordt in de gaten gehouden door jagers op basis van tellingen, en er wordt jaarlijks bepaald hoeveel ‘afschot’ er moet plaatsvinden.

Waarom zijn we al zo lang en zo sterk verbonden met dit soort jachtlandschappen?

‘Mensen leefden het grootste deel van hun bestaan als jagers-verzamelaars. Ruimtelijk gezien heeft de mens al sinds de Steentijd landschappen veranderd, bijvoorbeeld door muren te bouwen om de jacht op grote hoefdieren mogelijk te maken. Deze bouwwerken leidden ertoe dat mensen op één plek bleven en er sociaal-politieke structuren ontstonden. Denk aan eigenaarschap, landgebruik en andere sociale relaties. Tegelijk veranderde het leven van de dieren en hun relatie met mensen. De eerste jachtlandschappen ontstonden dus toen al.

‘De jacht heeft ook een rol in culturen over de hele wereld, omdat het een connectie tussen mensen en hun natuurlijke omgeving vormt. Zo beïnvloedt jacht animistische culturen, die uitgaan van spiritualiteit in alle levende en niet-levende dingen en een harmonieuze relatie hiermee onderhouden. Ook in westerse culturen heeft jacht een belangrijke rol gespeeld, bijvoorbeeld in het ontstaan van de natuurbeschermingsbeweging.’

We hebben het nu vooral over de Veluwe gehad. Zijn er nog andere jachtlandschappen in Nederland?

‘Jachtlandschappen zijn overal te vinden. Ook in de duinen bijvoorbeeld. Dat zijn nu beschermde natuurgebieden gericht op het behoud van een landschap zonder bomen en steeds veranderende zandduinen. Dit beeld is gebaseerd op een landschap dat in de 13de eeuw is ontworpen voor de jacht op konijnen. Zij werden beschermd en de begroeiing werd speciaal voor de konijnen kort gehouden door er koeien te laten grazen. Nu zien we deze konijnen als belangrijke bouwers van het ecosysteem. Zij grazen en graven en creëren zo een divers duinlandschap. Dus wat we nu zien als een gezond ecosysteem was vroeger een intensief beheerd landschap door en voor het jagen op konijnen.’

Een jachtlandschap lijkt dus zelfs gunstig voor de biodiversiteit. Is dat op meer plekken zo?

‘Jacht heeft een specifiek ecosysteem gecreëerd waarin bepaalde dieren, planten en mensen een plek hebben, en anderen niet. Deze ecosystemen zijn vaak gericht op bejaagbaar wild en zorgen voor hun behoeften, maar ook het creëren van omstandigheden waaronder ze bejaagd kunnen worden. Eendenkooien zijn bijvoorbeeld volledig ontworpen vijvers om eenden te vangen. Deze plekken trokken echter niet alleen bejaagbare eenden aan, maar ook andere vogels en (water)dieren. Het werden echte hotspots van biodiversiteit in een intensief beheerd agrarisch landschap en zijn dat soms nog steeds.

‘In sommige gevallen heeft de jacht geleid tot een vorm van soortendiscriminatie: sommige dieren worden als belangrijker beschouwd dan andere – ironisch genoeg juist doordat ze worden bejaagd. Neem bijvoorbeeld het wild zwijn. Zij zijn begin 20e eeuw in Nederland teruggebracht met als doel erop te jagen, maar worden tegenwoordig ook gewaardeerd vanwege hun rol als ‘ecosysteembouwers’: door hun gewroet dragen ze bij aan meer variatie in de natuur. Tegelijkertijd worden grote aantallen zwijnen juist als bedreiging gezien voor diezelfde biodiversiteit. Ze eten bijvoorbeeld zeldzame dieren zoals de levendbarende hagedis en het vliegend hert. Om hun aantal in toom te houden – om de natuur te beschermen en om verkeersongelukken te voorkomen – wordt jacht nog steeds ingezet als het belangrijkste middel.’

Verandert de terugkeer van de wolf nog iets aan al deze jachtlandschappen?

‘In jachtlandschappen vormen bepaalde dieren, zoals zwijnen, herten, konijnen en eenden het landschap, samen met de jagers. Roofdieren die op dezelfde soorten jagen zijn dan ongewenst. Ook gaan wolven heel anders te werk dan jagers, die een Faunabeheerplan uitvoeren waarin staat wanneer er gejaagd mag worden, op welke aantallen en welke leeftijdscategorieën. Een jager vertelde me eens dat wolven ‘slechte beheerders’ waren.’ Dit illustreert hoe wolven hun eigen gang gaan en het bestaande jachtregime verstoren.

‘Natuurlijk klinken er allerlei verschillende geluiden in de discussie rond de wolf, maar de invloed op het jachtlandschap is daar zeker één van. De wolf doorbreekt de bestaande systemen. Dit daagt ons uit om na te denken over onze verhouding tot de natuur die beïnvloed is door het verleden.’

Wat kunnen we leren van jagers?

‘Vergeleken met vroeger voelen mensen zich minder verbonden met de natuur en dat vormt een bedreiging voor onszelf en andere levensvormen. Jagen zorgt voor verbinding met de natuur, maar is een complexe praktijk met allerlei rauwe randjes. In ieder geval is het nog altijd springlevend. Daarom zouden we jagen en de connectie met de natuur die daarmee tot stand komt serieus moeten nemen.’

‘Bovendien leert de jacht ons dat we de natuur zoals die nu is, niet kunnen zien als vanzelfsprekend. “Natuurlijke” landschappen zijn veel meer beheerd dan we vaak denken. De jacht heeft daar een grote rol in gespeeld. Ook in de toekomst wordt de rol van de jacht bepaald door hoe we ons het Nederlandse landschap voorstellen.’

Lees het proefschrift van Eugenie van Heijgen: Hunting landscapes: a multispecies approach to the present, past, and future of hunting in the Netherlands.

Contact

Neem contact op met onze expert

dr. EJ (Eugenie) van Heijgen, MSc MA

Docent / Promovendus

Follow Wageningen University & Research on social media

Stay up-to-date and learn more through our social channels.