Europese bossen herstellen, is ver in de toekomst kijken
- SP (Sara) Filipek
- Onderzoeker
In de bossen bij Venlo staan groepjes jonge loofbomen tussen de hoge dennen. Bosbeheerders en wetenschappers werken er aan ‘prestoration’ van het bos: het aanpassen voor de toekomst. ‘Extremen als droogte en overstromingen volgen elkaar steeds sneller op. We moeten nú iets doen, in heel Europa.’
De bossen bij Venlo gaan stukje bij beetje op de schop. Het zijn lange tijd monoculturen van dennen geweest, bedoeld voor de houtproductie. Op sommige plekken zijn de plantrijen nog te zien. De ondergrond is zuur en arm. ‘Ze zijn bovendien gevoelig voor plagen en weersextremen, zoals droogte, branden en stormen. Dat maakt deze bossen kwetsbaar in een veranderend klimaat’, legt Sara Filipek van Wageningen Environmental Research uit. ‘Stikstofneerslag zorgt voor verdere verzuring van de bodem. Daardoor spoelen mineralen weg, wat een ingrijpend effect heeft op het bodemleven. De bodem is de basis van het ecosysteem.’ De bossen bij Venlo gaan stukje bij beetje op de schop. Het zijn lange tijd monoculturen van dennen geweest, bedoeld voor de houtproductie. Op sommige plekken zijn de plantrijen nog te zien. De ondergrond is zuur en arm. ‘Ze zijn bovendien gevoelig voor plagen en weersextremen, zoals droogte, branden en stormen. Dat maakt deze bossen kwetsbaar in een veranderend klimaat’, legt Sara Filipek van Wageningen Environmental Research uit. ‘Stikstofneerslag zorgt voor verdere verzuring van de bodem. Daardoor spoelen mineralen weg, wat een ingrijpend effect heeft op het bodemleven. De bodem is de basis van het ecosysteem.’
Samen met Bosgroep Zuid Nederland plant Filipek onder andere verschillende soorten loofbomen in het bos. Dit soort maatregelen gaat verder dan het herstellen van een vroegere staat van het bos. Het planten van loofbomen helpt om de grond te verrijken, doordat de afvallende bladeren voor rijker strooisel en humus zorgen. Filipek: ‘Dat is goed voor de biodiversiteit en ook voor de weerbaarheid van het bos. En een gezond bos draagt bij aan het vastleggen van CO2. We noemen het ook wel ‘prestoration’: aanpassen voor de toekomst.’
Schorskevers en bosbranden
Het bos bij Venlo is een van de demogebieden binnen SUPERB, een internationaal onderzoeksproject dat mede door Wageningse onderzoekers wordt gecoördineerd. Het doel ervan is het herstellen van duizenden hectares bos in heel Europa, door praktijk en wetenschap met elkaar te verbinden. Het project kreeg 20 miljoen euro financiering uit het Horizon 2020-programma en bijdragen van tientallen partnerorganisaties.

Droogte, branden en stormen worden een steeds groter probleem. Photo: WUR.
De twaalf demogebieden van SUPERB liggen in verschillende Europese landen. Filipek: ‘Elk bos is anders, en toch staan ze allemaal voor dezelfde uitdagingen door klimaatverandering. Zo hebben schorskevers een verwoestend effect op sparren in een demogebied in midden-Duitsland en Tsjechië. In een demogebied in Zuid-Frankrijk grijpen bosbranden steeds vaker om zich heen. Op beide plekken zijn vroeger monoculturen van naaldbomen geplant voor de houtproductie. Het gebrek aan structuur maakt deze bossen kwetsbaar bij stormen. En extreme situaties als droogte en overstromingen volgen steeds sneller op elkaar. De problemen stapelen zich op. We moeten nú iets doen.’
“Elk bos is anders, toch staan ze allemaal voor dezelfde uitdagingen”
Om de toekomst van de Europese bossen te schetsen onder verschillende beheerstrategieën en klimaatscenario’s, werkt Filipek met haar collega’s al vijftien jaar aan een model voor bosontwikkeling door de tijd. Het European Forest Information SCENario Model (EFISCEN-Space) gebruikt voornamelijk gegevens uit nationale bosinventarisaties, zoals de grootte van de bomen, de groeisnelheid per boomsoort, wanneer welke bomen worden gekapt en hoeveel er worden geplant. Het model laat zien hoe bossen zich in de komende decennia zullen ontwikkelen, onder verschillende omstandigheden.’ We laten ook doemscenario’s zien, bijvoorbeeld als alle dennen binnen één jaar sterven door extreme droogte. Dat geeft inzicht in de vraag voor welke maatregelen je dan het best kan kiezen.’
Europese samenwerking
Voor een goed werkend model is het belangrijk data van verschillende Europese bossen te verzamelen. Dat heeft wel wat voeten in de aarde, geeft Filipek toe. ‘Sommige landen beschouwen hun datasets als vertrouwelijk en zijn bang voor bemoeienis van buitenaf. Juist daarom is nauwere samenwerking tussen de landen nodig. Een gezamenlijk onderzoeksproject als dit helpt hierbij.’

Door het aanplanten van diverse boomsoorten werken onderzoekers en bosbeheerders aan ‘prestoration’: het toekomstbestendig maken van Europese bossen tegen droogte, plagen en stormen. Photo: WUR.
Die samenwerking in Europa heeft nog een ander voordeel, weet Filipek. ‘Andere landen met dezelfde uitdagingen kunnen ook naar Nederland kijken vanwege de stakeholderprocessen. De kunst is om iedereen mee te krijgen met de plannen voor bosherstel.’ De Venlose bossen zijn volgens haar wat dat betreft een succesverhaal. ‘Het kappen van de bestaande bomen roept vaak weerstand op. Het hielp om persoonlijk in gesprek te gaan met boseigenaren. Daarnaast kregen omwonenden uitleg in de krant en werden ze uitgenodigd op bijeenkomsten. Uiteindelijk zien de meesten het nut wel in van herstelmaatregelen.’ Filipek gaat de lessen hieruit in Europees verband delen.
Langjarige monitoring
Het herstel van bossen vraagt om langjarige monitoring. Filipek: ‘Je zou zo’n bos als bij Venlo tientallen jaren willen volgen om te zien hoe de nieuwe boompjes volwassen worden en hoe het bos daardoor verandert’, zegt Filipek. ‘Dat kan niet binnen SUPERB, want dit project loopt vier jaar, maar we hebben ook gegevens uit vergelijkbare bossen, waar al eerder loofbomen geplant zijn. Gegevens over de bomen, maar bijvoorbeeld ook over de mineralen, bodemdiertjes, microben en de fauna die zich boven de grond bevindt. Dat geeft een idee hoe het een bos zal vergaan als je begint om het diverser te maken.’
Contact
Stel uw vragen over dit KennisOnline-onderzoek aan:
SP (Sara) Filipek
Onderzoeker