Ga naar de inhoud
Longread11 december 2025

Kinderen vertrouwd maken met gezond eten

KOL25 moodvideo - Voedseleducatie

Kinderen die gezond eten worden vaak volwassenen die gezond eten. Daarom onderzoekt Gertrude Zeinstra programma’s die scholen en ouders helpen om kinderen gezonde eetgewoontes bij te brengen. Programma’s waarin ze proeven, koken, telen en omringd worden met goede voorbeelden.

Franse onderzoekers registreerden tussen 1982 en 1999 de voedselkeuzes van zo’n 400 peuters die bij de opvang een lunchmenu voorgeschoteld kregen. Toen ze in het nieuwe millennium weer bij deze kinderen langsgingen – op dat moment dus tussen de 4 en 22 jaar oud – bleek dat hun voorkeuren grotendeels gelijk waren gebleven. Wie vaak voor fruit koos, at dat nog steeds graag. Wie voor hartig ging, at dat nog steeds het liefst. De eetgewoontes die de deelnemers als kind hadden opgedaan, waren blijven hangen.

Niet alleen voedselvoorkeuren gaan terug op de kindertijd. Ook kinderen die te zwaar zijn, worden vaker volwassenen die te zwaar zijn. Dat vertelt Gertrude Zeinstra, senior onderzoeker aan Wageningen Food & Biobased Research. Zij doet al twintig jaar onderzoek naar het eetgedrag van kinderen. ‘Volgens de meest recente cijfers van het CBS is 12% van de kinderen te zwaar. 4% van dat percentage heeft obesitas. Niets wijst erop dat die cijfers zullen stoppen met groeien. Daarmee neemt ook het risico toe op diabetes, hartkwalen, of leveraandoeningen.’

“Voor kinderen die niet vertrouwd zijn met de textuur van groente en fruit, is het stukken moeilijker om gezonde eetgewoontes te ontwikkelen”

Om dat tij te keren, ontwikkelen en onderzoeken Zeinstra en haar collega’s strategieën die scholen kunnen helpen om kinderen van 4 tot 12 jaar gezonde eetgewoontes bij te brengen. Dat gaat verder dan een les over het belang van vitaminerijk voedsel. ‘Voor kinderen die bijvoorbeeld niet vertrouwd zijn met de textuur van groente en fruit, of die niet weten hoe je een mandarijn pelt, is het stukken moeilijker om gezonde eetgewoontes te ontwikkelen.’ Om gezonde eetgewoontes echt te laten beklijven, moeten kinderen niet alleen kennis opdoen, maar ook actief wennen aan de geur, textuur en smaak van groente en fruit.

Kinderen leren door te doen

Een van de programma’s die verder gaat dan kennisoverdracht is Smaaklessen. Het werd ontwikkeld door WUR en inmiddels kunnen scholen er al vijftien jaar gebruik van maken. 75% van de basisscholen doet dat ook. ‘Een les wordt gecombineerd met wat wij ervaringsgerichte activiteiten noemen, waarbij kinderen wennen aan de geur, textuur en smaak van groente en fruit, en tijdens kooklessen leren kinderen vervolgens hoe ze met gezonde producten om kunnen gaan,’ vertelt Els van Coeverden, projectleider van Smaaklessen.

‘Het gaat erom te leren proeven met al je zintuigen, zodat een aubergine, wortel of tomaat niets vreemds meer heeft. De invulling verschilt per leerjaar, maar het principe is hetzelfde,’ legt Van Coeverden uit. Bij jonge kinderen ziet dat er zo uit: de leerkracht legt uit dat ontbijten belangrijk is, de kinderen tasten geblinddoekt groente en fruit af, en maken zelf een simpele traktatie klaar tijdens het smaakfeest dat de lessenreeks afsluit. ‘Een lekkere wrap met allemaal Nederlandse groentes, bijvoorbeeld.’

Kinderen leren koken.
Shutterstock

Kinderen leren koken in een kookles.

Die kookles is even belangrijk als het ontwikkelen van smaak, stelt Zeinstra. ‘Het begint bij een spiesje en eindigt voor de examenklassen bij een zelfgemaakte groenteburger van peulvruchten. Daarmee ontwikkelen de kinderen vaardigheden en dus zelfvertrouwen ten opzichte van gezond eten. Bovendien, als je nauwer betrokken bent bij de groenten en fruit die je eet, ga je ze ook lekkerder vinden. Het IKEA-effect heet dat in de wetenschappelijke literatuur: je waardeert iets meer als je er zelf moeite voor hebt gedaan.’

Smaaklessen is opgenomen in de interventiedatabase ‘Loket Gezond Leven’ van het RIVM, waarin scholen beproefde lespakketten en programma’s kunnen vinden. Op dit moment doet Zeinstra een nieuw, uitgebreid onderzoek naar de effectiviteit van het programma op de lange termijn.

Zelf groente verbouwen werkt

Ook moestuinieren kan een goede vorm van ervaringsgerichte voedseleducatie zijn. Dat blijkt uit een studie van Zeinstra en haar collega’s. ‘Daarvoor voerden we een literatuurstudie uit en hielden we drie bijeenkomsten met praktijkdeskundigen. Daaruit kwam een scala aan positieve effecten naar voren.’

Kinderen die hun eigen groente en fruit verbouwen in een moestuin, ontwikkelen vaak een positievere houding ten opzichte van die producten. Ze zijn eerder bereid om van groente en fruit te proeven, ontwikkelen er een sterkere voorkeur voor, of gaan er zelfs meer van eten. ‘En hun voedselkennis neemt toe. Hoewel kennis niet genoeg is, draagt die wel bij aan een gevoel van vertrouwen en competentie dat kinderen nodig hebben om gezonde keuzes te maken.’ Dat illustreert de kracht van het IKEA-effect.

“Als je meer betrokken bent bij de groenten en fruit die je eet, ga je ze ook lekkerder vinden”

In de praktijk zijn moestuinprojecten op scholen nog gevarieerd, en nog niet allemaal effectief. Zeinstra en haar collega’s analyseerden welke kernelementen en criteria cruciaal zijn voor een wetenschappelijk onderbouwd moestuinproject. ‘We hebben bijvoorbeeld vastgesteld dat elk kind actief moet bijdragen, minimaal tien keer in de tuin werkt, en dat de klas herhaaldelijk van hun geteelde groenten moet proeven,’ zegt Zeinstra.   

‘Die criteria gebruikt Loket Gezond Leven nu om schooltuinprogramma’s te beoordelen,’ legt Zeinstra uit. Op basis van hun bevindingen hebben Zeinstra en haar collega’s ook een “modelinterventie” ontworpen, eigenlijk het schoolvoorbeeld van een moestuinprogramma. Net als Smaaklessen is dat programma opgenomen in de database van het RIVM.

Een omgeving die gezond eten aanmoedigt

‘Tot nu toe heb ik het vooral gehad over de kennis, vaardigheden en voorkeuren van kinderen, en hoe we die kunnen helpen ontwikkelen,’ stelt Zeinstra. ’Ik moet het ook hebben over de omgeving waarin kinderen leren eten. Die is namelijk ook erg belangrijk.’

Denk bijvoorbeeld aan de schoolkantine. ‘Onderzoek laat zien dat kinderen en tieners fruit in principe heel lekker vinden als zoet tussendoortje. Maar tegen snoeprepen en vette snacks legt fruit het af. Als je wilt dat kinderen voor een gezonde optie kiezen, is het dus belangrijk om die ongezonde concurrenten niet aan te bieden tijdens de pauze.’ Maak het, met andere woorden, zo makkelijk mogelijk om voor gezond te kiezen.

lunchbox op school
Shutterstock

Als kinderen in de pauze fruit of groente eten in plaats van een koekje, leren ze al vroeg dat gezond ook lekker kan zijn.

‘Op de basisschool is het 10 uurtje – het moment halverwege de ochtend waarop kinderen een klein tussendoortje eten – een heikel punt,’ vertelt Zeinstra. Zit er een voorverpakt koekje in dat lunchbakje, of toch een handvol snoepkomkommers? ‘We hebben gekeken naar scholen die beleid voeren op dat tussendoortje. Wat blijkt? Het is zeer effectief om ouders te verplichten hun kinderen iets gezonds mee te geven. Kinderen eten twee keer zoveel groente en fruit op scholen waar dat de regel is. Maar het werkt alleen als de school ook bereid is om ouders erop aan te spreken als ze niet meedoen.’

‘Zeker voor jonge kinderen zijn ouders de belangrijkste factor in hun voedselomgeving. Toch was lange tijd onduidelijk hoe je ouders het beste kunt betrekken bij voedseleducatie. Dat was een belangrijke reden om ouderbetrokkenheid bij voedseleducatie te onderzoeken.’ Tijdens hun onderzoek brachten Zeinstra en haar collega’s voor verschillende vormen van ouderbetrokkenheid in kaart hoe aantrekkelijk deze vorm is voor ouders, scholen en hun medewerkers, hoe uitvoerbaar het is en hoeveel ouders ermee worden bereikt. De eerste bevindingen laten zien dat voedseleducatie sterker werkt als ouders actief meedoen.

Gezond eten als kernwaarde

Scholen die kinderen niet alleen kennis, maar ook ervaringen meegeven, nieuwe vaardigheden leren, een gezonde voedselomgeving creëren én ouders motiveren om dat ook te doen, zijn de scholen die gezonde eetgewoonten bij kinderen optimaal stimuleren. ‘De zogeheten “whole school approach”. Het blijft bij zo’n benadering niet bij één serie lessen. Waar mogelijk grijpt de school elke kans aan om gezonde eetgewoontes aan te moedigen.’

“Op scholen waar gezond eten de regel is, eten kinderen twee keer zoveel groente en fruit”

‘Die benadering combineert verschillende programma’s of programmaonderdelen, maar belangrijker nog, neemt gezond eten als een kernwaarde. Leraren, bijvoorbeeld, voeren dan niet alleen een lessenpakket uit. Ze geven het goede voorbeeld door zelf ook gezond te eten. En tijdens de sportdag liggen er geen zoete drankjes in de koeling en worden er bananen uitgedeeld.’ Het gaat erom dat gezond eten een integraal onderdeel van de schoolervaring wordt. ‘De kinderen op die school ontwikkelen hun voorkeuren en voedselvaardigheden in een omgeving waar groente en fruit heel vanzelfsprekend zijn.’

Op dit moment moeten scholen zelf nog beslissen om zo ambitieus te werken aan gezonde eetgewoontes. ‘Het zou helpen als bepaalde vormen van voedseleducatie een verplicht onderdeel van het onderwijs zouden worden. Ik weet dat zoiets ingewikkeld ligt - leerkrachten hebben al genoeg op hun bord. Een paar simpele programma’s zouden echter al veel uit kunnen maken.’ 

Contact

Stel uw vragen over dit KennisOnline-onderzoek aan:

dr.ir. GG (Gertrude) Zeinstra

Senior Onderzoeker Consumentengedrag