Diagnostiek: Overige diersoorten

De voordelen
In het kort- Nationaal Referentielaboratorium meldingsplichtige dierziekten
- Ruim 300 testen beschikbaar
- Diagnostiek bij zieke dieren en voor export
Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) verricht diagnostiek op vrijwel alle diersoorten. Deze diagnostiek wordt uitgevoerd bij zieke dieren maar ook in het kader van de ex- en import.
Veel voorkomende diagnostiek wordt bij de specifieke diersoorten uitgevoerd. Wij doen onderzoek naar dierziekten zoals antrax, Amerikaans vuilbroed en pest bij kleine herkauwers.
1. Vul het opdrachtformulier in
Wilt u monsters laten onderzoeken? Download hieronder het juiste opdrachtformulier, vul het in en voeg dit uitgeprint en ondertekend toe aan uw onderzoeksmateriaal.
- Nieuwe klant? We verwelkomen u graag. Voordat we uw monsters kunnen onderzoeken, vragen we eerst om u aan te melden als nieuwe klant.
- Meerdere monsters? Voorkom onnodige vertraging in de diagnostiek bij een grotere inzending. Check of een vooraanmelding nodig is.
2. Stuur de monsters op
Voeg het ingevulde opdrachtformulier bij de monsters en verzend het materiaal of geef het af. Lees meer over het inzenden van materiaal.
3. Volg uw inzending
Met uw klantnummer kunt u inloggen op MijnBVR om uw inzending te volgen en (deel)rapportages te bekijken.
Monstername onderzoek Amerikaans vuilbroed
Let op: onderstaande methode betreft het verzamelen van monsters in het kader van voederkransonderzoek en niet in het kader van een verdenking van Amerikaans vuilbroed. Neem in geval van het laatste contact op met een bijengezondheidscoördinator voor instructies.
- Nummer uw kasten zodat volken makkelijk terug te vinden zijn.
- Werk zo schoon mogelijk.
- Het voermonster (honing/suiker) moet zo dicht mogelijk bij het broednest genomen worden. Voor een betrouwbaar onderzoeksresultaat moet het voermonster was- en stuifmeelresten bevatten.
- Per volk is ongeveer 15 ml (één eetlepel) voldoende
- Het monster moet in een schoon potje of bakje worden gedaan. Gelieve geen zakjes gebruiken.
- Per stand wordt een verzamelmonster van maximaal zes volken genomen; per volk één eetlepel. Zijn er meer dan zes volken op een stand dan moeten er meerdere verzamelmonsters genomen worden. Bijvoorbeeld bij 10 volken maakt u twee verzamelmonsters van ieder vijf volken.
- Gebruik voor iedere monstername een schone eetlepel. Hiermee voorkomt u dat sporen worden overgebracht van de ene naar de andere kast. Heeft u niet genoeg schone lepels dan kunnen ze tussendoor afgewassen worden. Spoel na met voldoende schoon water.
Sluit het monsterpotje of het monsterbakje goed af en schrijf op een etiket:
- De naam van de imker.
- De datum van de monstername.
- Het nummer van het verzamelmonster.
- De nummers van de kasten en volken van het betreffende verzamelmonster.
Plak het etiket op het potje of bakje. Op het inzendformulier van WBVR noteert u het volgende:
- De naam en het adres van de imker, vooral de postcode is van belang.
- De datum van de monstername.
- Per verzamelmonster de naam van de bijenstand en de nummers van de bijenvolken.
Verpak de gevulde monsterpotjes of -bakjes ieder in een extra plastic zakje en stuur ze op met het ingevulde opdrachtformulier.
Importcontrole bijenkoninginnen
Gebruik hiervoor ook het bovenstaande opdrachtformulier.
Neem contact op
Heeft u een vraag over diagnostiek? Wij helpen u telefonisch graag op maandag t/m vrijdag van 8.00 - 17.00 uur via 0320 238 302.
Of stuur een e-mail met uw vraag, naam, eventuele bedrijfsnaam en telefoonnummer. We nemen dan zo spoedig mogelijk contact op.
Dispatching Service Unit (DSU)
Helpdesk Testen op Dierziekten