Ga naar de inhoud
Impact story

Inspirerende mensen @WUR: Rob Manders

Rob Manders
Business Analyst

Het gaat erom dat je elkaar accepteert zoals je bent.

In vergelijking met het bedrijfsleven doet WUR het best goed als het gaat om diversiteit en inclusie, vindt Rob Manders. Er is beleid, er zijn regels, maar het mag wel wat slagvaardiger. 

 

Wageningen University & Research zet zich in voor inclusie, diversiteit en gelijke kansen, omdat wij ervan overtuigd zijn dat dit bijdraagt aan beter onderzoek en beter onderwijs. Inspirerende mensen reageren in interviews op vragen over diversiteit en inclusie.

Toen Rob Manders in 2019 bij WUR kwam werken was het een soort thuiskomen. Hij had in Wageningen op de middelbare school gezeten, ging er studeren en – na zijn militaire dienst – ook werken, op het gebied van Agricultural Knowledge and Information Systems. “Daarna ben ik als kennisexpert in het bedrijfsleven terecht gekomen. Daar ben ik 30 jaar blijven hangen. Maar ik wilde meer terug naar de inhoud en toen kwam deze baan langs. Dat was een mooie kans.” Als business analist ondersteunt Manders vooral onderzoekers: wat hebben ze nodig om hun taken goed uit te kunnen voeren en welke processen horen daarbij?

Na zoveel omzwervingen in het bedrijfsleven en bij andere organisaties vindt Manders dat WUR het daarmee vergeleken op het gebied van diversiteit en inclusie best goed doet. “Als ik kijk naar andere grote organisaties heeft WUR een structuur, er zijn programma's, er zijn protocollen voor allerlei zaken, ook voor sociale veiligheid. De boodschap wordt uitgedragen. Het is er, maar het is niet perfect. Het wordt te weinig onderhouden en het clubje dat het moet doen is eigenlijk te klein.”

Op welke manier zou je dat willen verbeteren?

“Tja, dat is moeilijk. We hebben met veel verschillende individuen te maken. De mensen maken de organisatie en daar moet het blijven hangen. Dat geldt overigens voor de hele maatschappij. Nu, met de toenemende polarisatie, zijn dat moeilijke discussies. Daar kan je als universiteit niet tegenop boksen. Om met zo’n log schip, zo'n olietanker als een universiteit daarin te gaan schuiven is heel moeilijk.”

“Maar dat heeft ook te maken met het lef om een stap te maken. Ik heb een project gedaan hoe je systemen binnen WUR inclusiever kunt maken door beter met gender om te gaan. Waarom gebruiken we geen genderneutrale correspondentie naar medewerkers en studenten? Ik heb een lijst gemaakt van alle dingen die aangepast kunnen worden. De impact daarvan is minimaal, zo spannend is het niet. Daarmee hadden we een stap kunnen zetten, maar dat gebeurt dan niet. Dat is onder het mom van andere prioriteiten, maar dat is flauwekul, want het is allemaal zo te regelen. Het is jammer dat die slagvaardigheid ontbreekt.”

Je bent een tijd social safety guide geweest. Wat betekent dat?

“Dat was een project over diversiteit en inclusiviteit binnen WUR. Een van de onderdelen daarvan was de social safety guide: om het laagdrempelig te maken voor je collega om de weg te vinden als je een issue hebt. Je kunt wel naar de ombudspersoon of een vertrouwenspersoon gaan, maar die zijn toch vaak lastig te vinden. Een social safety guide is dan een laagdrempelige eerste stap, iemand die je kan helpen om te kijken waar je terecht moet met je probleem. Maar op een gegeven moment is dat de nek omgedraaid. Ik heb als social safety guide flink op de trom geslagen. Bij veel grote sessies in de organisatie heb ik even vijf minuten gevraagd om mijn verhaal te vertellen. Dat heeft gewerkt. Mensen weten mij nog steeds te vinden, ook al heb ik dan niet meer die officiële rol.”

Waar komt jouw betrokkenheid bij dit thema vandaan?

“Vaak gaat discriminatie erover dat je anders bent. Ik ben non-binair, genderfluïde, dus ik herken de problematiek waar deze groep mee te maken heeft. In eerdere werkkringen verkeerde ik veel in de IT-wereld. Dat is echt een mannenbolwerk, een heel andere sfeer. Bijvoorbeeld door de humor op de bedrijfsvloer. Ik heb altijd geprobeerd om daar wat van te zeggen en dingen uit te leggen. Het verhaal vertellen helpt. Ik heb bijvoorbeeld nagellak. Daar krijg je vragen over en dan kun je het uitleggen. Die dialoog, met elkaar daarover praten, moeten we meer krijgen. Dan zie je dat anders niet eng is. Want angst speelt een belangrijke rol.”

Voel jij je een soort ambassadeur of voorvechter?

“Dat probeer ik wel te zijn. Ik vind het belangrijk dat we het verhaal blijven vertellen. Het is geen keuze, je bent wie je bent en je wilt ergens bij horen. Dat probeer je te uiten en dan hoop je op wat empathie en tolerantie. Je mag best zeggen dat je het niet snapt, prima, maar ga dan niet zitten zeveren dat het niet mag.”

Kom je dat soort reacties binnen WUR dan tegen?

“Weinig, maar dat heeft misschien ook met mijn leeftijd te maken. Van studenten die ik via Shout ken, de vereniging van de queer community, hoor ik dat er wel dingen gezegd worden, ook door studenten onderling. Ik heb een keer onder eerstejaars een poll gedaan bij een aantal colleges over dit onderwerp. Dan krijg je reacties van ‘hou op met die flauwekul, er zijn maar twee geslachten en ik kom hier om te studeren’. Er zijn dus nog steeds groepen die niet openstaan voor tolerantie of empathie voor een andere groep.”

Je noemde Shout al even. Daar voel je je persoonlijk bij betrokken. Wat doet Shout?

“Shout is een vereniging voor de hele queer community van Wageningen en omgeving, met veel studenten. Het is ontstaan vanuit de homogroep vroeger in Wageningen, toen ik hier studeerde. We hebben feesten die open zijn voor iedereen. Daar komen steeds meer anderen. Dat is prima, want die krijgen wel de boodschap mee.”

Daarnaast ben je ook betrokken bij de Freedom Tours.

“Morgenochtend geef ik weer een rondleiding. Ik heb meegedaan aan het co-creatieproces om de Freedom Tours op te zetten. Het is een initiatief van een vakgroep van de universiteit. Wageningen is natuurlijk de stad van de bevrijding, daarom hebben we het thema vrijheid genomen. Alle vrijheden die je hebt, brengen we in kaart. Dat doen we dan op een bepaalde locatie. Vrijheid van meningsuiting doen we bijvoorbeeld op de markt. Daar hebben we een verhaal over, wat we vertellen door een gender- en seksualiteitsbril.”

Op deze manier ben je heel actief rond het thema diversiteit en inclusie. Niet alleen in je directe werkomgeving, maar ook breder.

“Door je eigen verhaal te vertellen gaan mensen hún verhaal vertellen. Zo ontstaat de dialoog en krijg je begrip voor elkaar. Dat werkt. Daarom vind ik het belangrijk dat dit veel vaker gebeurt, want als je naar buiten treedt krijg je veel meer voor elkaar. Vandaar dat ik actief ben in Shout en in de Freedom Tours.”

Het is de visie van WUR dat het niet uitmaakt van wie je houdt of welke taal je spreekt. Hoe kijk jij aan tegen deze officiële visie?

“Ik onderschrijf dat natuurlijk. Maar dat geldt niet voor iedereen die bij WUR rondloopt. Je kunt wel als raad van bestuur zeggen dat dit belangrijk is en dat dit onze norm is. Dat wil niet zeggen dat iemand die hier komt studeren dat ook vindt. Dat mag, maar dan gaat het er wel om hoe je je dan vervolgens gedraagt. Je moet het niet gaan verstoren voor anderen. Maar je hebt altijd de individuen die daar lak aan hebben, die de regels niet willen volgen en een statement willen maken. Ik moet eerlijk zeggen: vanuit de queer community gebeurt dat ook. Ook daar zijn individuen die per se een statement willen maken en dat zo overdreven doen dat dat weer anderen stoort. Het gaat erom dat je normaal met elkaar om blijft gaan en elkaar accepteert zoals je bent.”