Praktische oplossingen voor minder broeikasgassen uit de veehouderij

Over deze expertise
In het kort- Sleutelen aan dieet
- Forse reductie door fokken
- Praktische oplossingen
De veehouderij moet de uitstoot van broeikasgassen als methaan en CO2 verminderen. WUR onderzoekt hoe deze gassen ontstaan, hoe je ze betrouwbaar kunt meten en hoe de uitstoot effectief omlaag kan. Daarbij letten we ook op dierenwelzijn, biodiversiteit en andere duurzaamheidsdoelen. Zo ontwikkelen we integrale oplossingen voor een toekomstbestendig voedselsysteem.
Methaan is een krachtig broeikasgas en vormt de grootste bijdrage van de veehouderij aan klimaatverandering. WUR werkt aan oplossingen die veehouders direct in de praktijk kunnen toepassen. We onderzoeken hoe voeding, fokkerij en mestmanagement de uitstoot beïnvloeden. Zo laten we zien dat slimme aanpassingen in het rantsoen, zoals beter ruwvoer, weidegang of bepaalde toevoegingen aan het voer de methaanuitstoot duidelijk verlagen. Ook ontwikkelen we fokwaarden waarmee veehouders kunnen selecteren op koeien die van nature minder uitstoten. Op het gebied van mest onderzoeken we effecten van bijvoorbeeld snelle verwijdering of scheiding.
Bij al deze maatregelen verliezen we andere duurzaamheidsdoelen – zoals dierenwelzijn, biodiversiteit en waterkwaliteit – niet uit het oog. Zo helpen we de maatschappij stap voor stap naar een toekomstbestendige veehouderij.
Meer informatie
Circa tien procent van de uitstoot van broeikasgassen in Nederland komt uit de veehouderij en methaan levert de grootste bijdrage. Methaan ontstaat bij de vertering van voer in het maagdarmkanaal van dieren en uit de mest.
Het onderzoek op het gebied van voeding, genetica en mest van WUR richt zich op het praktijkrijp maken van oplossingen en het doorgeven van kennis voor een duurzame veehouderij. Dat doen we in samenhang met andere duurzaamheidsopgaven, zoals waterkwaliteit, dierenwelzijn en biodiversiteit.
Het menu van dieren heeft veel invloed op de hoeveelheid methaan die een dier produceert. De afgelopen jaren hebben we hard gewerkt aan praktische oplossingen. Zo weten we dat we met de kwaliteit van het ruwvoer, met vers gras rechtstreeks uit de wei en met additieven in het eten kunnen zorgen voor een lagere methaanuitstoot.
Download de brochure 'Tien vragen en antwoorden over methaan'
Herkauwers zoals koeien en geiten kunnen taaie grasvezels alleen afbreken met bacteriën in de pens. Bij die vertering komt methaan vrij: de dieren ademen of boeren het uit. Uit ons onderzoek blijkt dat het vervangen van graskuil door mais met een hoog zetmeelgehalte zorgt voor een lagere methaanuitstoot, want zetmeel is makkelijk te verteren. Bij een rantsoen met een kwart mais als ruwvoer is de reductie ongeveer drie tot vier procent methaan vergeleken met een rantsoen met enkel graskuil als ruwvoer.
Een andere veelbelovende optie is vers gras. Onderzoekers vergeleken de methaanuitstoot van koeien die in de wei grazen (weidegang) of vers gras op stal krijgen, met een rantsoen van alleen graskuil op stal. Het blijkt dat de reductie het grootst is bij dag en nacht weidegang en in het voorjaar. Jong, vers gras is goed verteerbaar en heeft een andere samenstelling dan graskuil.
Veevoeradditieven verminderen de methaanuitstoot van melkkoeien ook aanzienlijk, afhankelijk van het rantsoen en de hoeveelheid methaanremmer die wordt toegevoegd. Het additief geeft geen gezondheidseffecten: de synthetische stof 3-NOP breekt snel af en wordt omgezet in natuurlijke stoffen. Ook doen we onderzoek naar kruiden die mogelijk de microflora in de pens stimuleren.In de zoektocht naar de emissiearme koe zijn onze ogen niet alleen gericht op voer, onderzoekers zien ook grote kansen voor fokkerij. We hebben ontdekt dat er flinke verschillen zijn tussen individuele koeien in methaanuitstoot en dat deze voor ongeveer twintig procent erfelijk zijn bepaald. Fokken op dit kenmerk kan een reductie van één procent per jaar opleveren, richting 2050 kan dat oplopen tot maximaal een kwart.
Jarenlang hebben onze onderzoekers hard gewerkt om een enorme hoeveelheid data te verzamelen en te analyseren. Via zelfontworpen sniffers hebben ze eerst op honderd bedrijven de adem over langere tijd van zo’n vijftienduizend koeien gemeten. Op deze manier hebben we van elke individuele koe informatie verzameld over de methaanemissie. Die data hebben we gekoppeld aan de afstammingsgegevens van de dieren. Aan de hand hiervan schatten we fokwaarden waaruit we kunnen afleiden hoeveel methaan nakomelingen van koeien gemiddeld zullen uitstoten. Het fokken op methaan is mogelijk zonder gevolgen voor bijvoorbeeld productie en gezondheid.
Onlangs zijn de fokwaarden gepresenteerd aan de sector, zodat veehouders ze kunnen meenemen in hun stierkeuze. Bovendien leiden we een groot wereldwijd project met als doel om op bijna ieder continent de komst van minder methaan uitstotende dieren te stimuleren.
Niet alleen uit het verteringskanaal van het dier komt methaan vrij, twintig procent van de methaanemissie van koeien komt uit mest. Experts hebben al meerdere mogelijkheden vastgesteld om die emissie te verminderen, zoals het scheiden van de mest, het oxideren van de methaan of simpelweg het snel verwijderen van de mest uit de stal.
Doe inspiratie op
Aanvullende producten en diensten (3)
Faciliteiten (3)
Neem contact op met onze expert
Heeft u een vraag over broeikasgassen in de veehouderij verminderen of wilt u samenwerken? Neem dan contact op.
dr. M (Marion) de Vries
Onderzoeker Veehouderijsystemen









