WUR en Isobionics hebben de smaak én geur te pakken

Voor het versterken van smaak of geur in bijvoorbeeld frisdrank, voedsel of verzorgingsproducten maken producenten gebruik van plantaardige oliën. Bekende voorbeelden hiervan zijn sinaasappelolie, muntolie, patchoeliolie en lavendelolie. De ingrediënten hiervoor worden geëxtraheerd uit plantmateriaal. Dit materiaal is alleen niet altijd van even goede kwaliteit of in voldoende mate beschikbaar, bijvoorbeeld door een mindere oogst of veranderend klimaat. 

Om dat probleem op te lossen, kunnen producenten van aromatische oliën terecht bij Isobionics, vertelt Jules Beekwilder, Chief Technology Officer (CTO) bij het bedrijf uit Geleen. “Wij produceren geur- en smaakstoffen (flavors) door middel van fermentatie. We beschikken over zo’n vijftien bacteriën die we inzetten voor het fermentatieproces. Hiermee kunnen we geuren en smaken van planten heel nauwkeurig nabootsen. Zo zorgen we ervoor dat de industrie oliën van hoogwaardige en constante kwaliteit kan produceren. 

Toch lukt het reproduceren van geuren en smaken met behulp van micro-organismen niet altijd even goed. En dan klopt Isobionics aan bij Wageningen University & Research (WUR). Beekwilder: “De samenwerking is in 2009 ontstaan toen we een bepaald aroma uit sinaasappelolie wilde namaken. We hebben zelf wel wat kennis in huis over biotechnologie, maar WUR beschikt over nog veel meer expertise over hoe planten stoffen maken en hoe bacteriën die kunnen nabootsen. Met behulp van WUR is het toen gelukt om dat ingrediënt te maken.”

De meerwaarde van WUR zit niet alleen in hun kennis, maar ook in de apparatuur waarover ze beschikken, zegt Beekwilder. “Hierdoor zijn ze ontzettend goed in het vergaren en verwerken van data en het identificeren en analyseren van stoffen. Als je goed wilt begrijpen hoe een plant werkt, moet je inzoomen op eiwit- en DNA-niveau. Dat betekent dat je te maken hebt met enorm grote datasets. De combinatie van inhoudelijke kennis en de middelen op het gebied van data en analyse maakt WUR voor ons de ideale samenwerkingspartner.”

De uitkomsten van een onderzoeksproject kan Isobionics gebruiken bij de ontwikkeling van producten. Beekwilder: “Vaak krijgen we een geur- of smaakstof in enkele milligrammen aangeleverd. Het belangrijkste dat wij nog moeten doen, is de flavor op grotere schaal produceren, zodat we het aan onze klanten kunnen verkopen. Opschaling is vaak een lang traject dat soms wel enkele jaren duurt. Dat proces is ook voor WUR interessant, omdat het nog meer duidelijkheid geeft over de details op grotere schaal.”

Volgens Beekwilder kan Isobionics dankzij de samenwerking met WUR jaarlijks één tot twee nieuwe producten op de markt zetten. “Soms zijn die voor specifieke klanten, maar we ontwikkelen ook producten voor de brede markt. Als we bijvoorbeeld zien dat bepaalde plantmaterialen meer last krijgen van klimaatverandering of insectenplagen zoeken we daar een oplossing voor met micro-organismen. Zo kunnen we de industrie al iets bieden voordat het straks echt een groot probleem is. Dankzij WUR kunnen we blijven innoveren en op de troepen vooruit blijven lopen.”

Zeker in een markt die steeds meer vraagt om duurzame oplossingen levert dat een groot voordeel op, vervolgt Beekwilder. “Je ziet dat de grote producenten van voedings- en verzorgingsmiddelen, zoals Unilever en Procter & Gamble, steeds meer eisen stellen aan hun leveranciers op het gebied van milieu en duurzaamheid. Als wij die leveranciers dan een biologische oplossing kunnen bieden in plaats van een synthetische dan levert dat voor hun een betere duurzaamheidsscore op. En voor ons betekent dat ook weer dat we een bijdrage leveren aan maatschappelijke impact.”

De wetenschappelijke hulp van WUR zorgt ervoor dat Isobionics bij klanten met een goed onderbouwd verhaal kan aankomen. “Als je werkt op basis van expertise dan is de kwaliteit van het eindproduct vrijwel altijd goed. Wat ik ook heel fijn vind, is de communicatie. WUR is heel open in wat ze doen en we worden voortdurend bijgepraat over het proces. Als we soms denken dat we tijdens een project een andere richting op moeten, dan kan dat gewoon. Daarin zijn ze heel flexibel. En dankzij een samenwerkingsovereenkomst hoeven we niet bij elk project vanaf nul te beginnen. We kunnen snel schakelen en komen direct bij de juiste mensen als we iets nodig hebben.”